Из альбома: Liedjes uit de Krullentijd

ik heb je ontmoet op het thorbeckeplein

je wachtte op iets blijkbaar, stond er voor niets blijkbaar

je leek zo ontroostbaar en eenzaam te zijn

we keken en wachtten wat, praatten en lachten wat

toen ik je vroeg, ga je mee, zei je fijn...

en miste je laatste trein.



na het ontbijt zei je, ik ga nu dan maar, 't was heel erg fijn bij jou,

dag, en ik bel je gauw

uren nog rook ik de geur van je haar

ik lachte en floot die dag.. god ik genoot die dag

voelde me beter dan sedert een jaar

totdat ik je zag met haar.



ik zag jullie vaker

een vrouw met d'r vent

eerst me zo warm gevoeld nu me zo arm gevoeld

ook je adres was me toen niet bekend

eensklaps daar belde je

huilend vertelde je

dat je soms vreselijk moedeloos bent

en dat je daar nooit aan went.



zo gaan we door en ik wen d'r maar an

maanden verstom je weer,plotseling kom je weer

meestal alleen als je niet verder kan

dan streel en omarm ik je, troost en verwarm ik je

kun je het leven dan 'smorgens weer an

dan ga je weer terug naar je vrouw.

Комментарии